Emoties kunnen hoog oplopen. Als je dat te ver laat gaan kan er een ongecontroleerde ontlading volgen met alle gevolgen vandien voor de omgeving, maar ook voor de ‘dader’. Leer daarom kinderen die emoties te herkennen. Ontdek samen wat he helpt om stoom af te blazen, voordat ze van woede ontploffen!
Maak een stressmeter en een eerste hulpkaart ter voorkoming van ongelukken
De gedachte achter deze meter is dat gevoelens een – meestal – langzame opbouw kennen. Voor ieder mens is dit verschillend. Als je hierover nadenkt en terugdenkt aan situaties in het verleden waarin je veel stress of boosheid hebt ervaren, kun je vaak precies aangeven waar je de gevarenzone nadert. Een uitbarsting volgt op dat punt bijna automatisch.
Leer je kind ‘de kaart te draaien’ als er nog een terugkeer in gevoelens mogelijk is. Je kunt daarvoor een beroep doen op je gedragsalternatieven: dat is iets dat werkt om weer tot jezelf te komen zoals bijvoorbeeld:
- rust;
- iets doen;
- hulp vragen;
- afleiding zoeken bij iets of iemand.
Vraag ook aan je dierbaren welke signalen zij op je stressmeter vinden thuishoren en bedank hen voor hun hulp.
Werkwijze:
Neem een groot vel papier en maak een schaalverdeling van 0 tot 10 van beneden naar boven.
Bij 0 is er sprake van geen stress of boosheid en bij 10 is de stress of boosheid maximaal.
Zet nu bij ieder cijfer wat er gebeurt als jij of je kind stress of boosheid voelt en hoe je dit weet.
Bijvoorbeeld bij 3 wordt je wat onrustig en loop je wat heen en weer.
Bij 5 merk je dat je begint te mopperen, bij 7 denk je steeds dat je je werk niet afkrijgt, begin je steeds meer hartkloppingen te krijgen en bij 10 voel je je supergestresst en kan je omgeving er ook niet meer om heen: je slaat
volledig op tilt.
Bij het cijfer onder ‘het punt van no return’ schrijf je:
- Draai het papier om
Hier noteer je de ontsnappingsroutes.
Bijvoorbeeld:
- je vraagt hulp aan je moeder, je vriend(in) of collega;
- Je loopt eerst een blokje om, gaat balletje trappen of stofzuigen;
- Je maakt een nieuw prioriteitenlijstje, stelt je eisen bij, enzovoorts.
Dit is de 1e hulpkaart en mag (moet zelfs) zo uitgebreid mogelijk zijn.
Als je met je kind een stress- of boosheidsmeter maakt, neem dan ruim de tijd om de meter en de eerste hulpkaart op te stellen en volg de opmerkingen van je kind. Als hij/zij pas bij 8 of 9 in de gevarenzone komt is dat helemaal oké.
En vooral: laat je kind de meter en de 1e hulpkaart versieren en mooi maken zodat het echt zijn/haar beleving is en daarmee ook zijn/haar eigen hulpmiddel. In ‘moeilijke’ tijden kan je kind hieruit zijn/haar motivatie voor gedragsverandering halen.
En dan is het tijd voor oefenen, oefenen en oefenen… om te herkennen wat er bij jou of je kind gebeurt en hoe je stress of boosheid kunt omkeren en stoppen.
Of minstens zo belangrijk: Als je toch op tilt slaat hoe kun je de schade beperken en het later weer in orde maken.
Overigens kun je ook een meter maken voor angst en andere gevoelens.
Error thrown
Call to undefined function ereg()