De tastzin is ons eerste en daardoor misschien wel belangrijkste zintuig, maar in de westerse materiële en intellectuele cultuur ook het meest verwaarloosde. Schoolse kennis vindt doorgaans uitsluitend via visuele en auditieve overdracht plaats. Om iets grondig te verkennen zijn je ogen en oren echter niet genoeg. En dat weet ieder kind. De reflex om iets dat je niet kent op te pakken is zo groot dat kinderen regelmatig “niet aanraken!” horen. Dat is jammer, want zo missen ze een belangrijke schakel waarmee ze de wereld zouden moeten verkennen.
Zeg eens wat vaker: “Aanraken mag!”
- Maak een voelwandeling. Als je een volgende keer met kinderen door het bos of park loopt, raak dan eens alles wat de aandacht trekt aan: het mos, de boomstammen, het gras, de blaadjes, eikels, kastanjes en (voorzichtig!) de paddenstoelen. Als je dit geregeld doet scherp je de tastzin. De tastindrukken die je in de natuur kunt opdoen zijn immers veel intenser dan wat je in een doorsnee huis tegenkomt, met oneindig veel uiterst subtiele nuances.
- Verwen elkaar. Kriebel elkaar eens zachtjes in de haren, streel eens over iemands wang, krab eens voorzichtig iemands rug. Of kneed eens iemands arm, handen en vingers alsof je een tube tandpasta uitknijpt.
Zo ontdekken kinderen spelenderwijs wat zijzelf of een ander plezierig vinden, en wat niet. Het is een belangrijke ontdekking dat niet iedereen hetzelfde fijn vindt!
Als ze dit regelmatig mogen doen worden ze gevoeliger voor subtiele wensen van anderen en leren ze zorgzaam met een ander om te gaan. Het empatisch vermogen wordt getraind.
En het kind dat aangeraakt wordt krijgt de aandacht die het nodig heeft, ervaart de eigen grenzen en leert aan te geven wat het graag wil en wat het niet prettig vindt. - Leer met je tastzin. Laat kinderen eens schrijven in zand, op schuurpapier, in scheerschuim of met vingerverf. Of laat met een vinger woorden of sommen op elkaars hand of rug ‘schrijven’ en raden. Bedenk hoe je kinderen aardrijkskunde- of geschiedeniskennis met hun tastzin, en ook met hun reuk- en smaakzin, zou kunnen laten verkennen.
Want hoe meer zintuigen bij het verwerven van nieuwe vaardigheden worden ingeschakeld, hoe sneller en beter patronen in het lichaam verankerd raken. En dat is fijn, want leren doe je niet met je hoofd, maar met je hele lichaam.