Kinderen zijn mensen, ze maken dus ook ruzie. Daar is niks mis mee. Wel is het van belang hoe wij als volwassenen daarmee omgaan. We kunnen ze leren om een conflict op een goede manier op te lossen. Hoe jonger ze dat leren, hoe makkelijker het voor hen is.
Wat we beter kunnen laten, hoewel we soms haast automatisch zo reageren, zijn de volgende reacties:
Je tot scheidsrechter laten bombarderen. Dan heb je per definitie een blij en een boos kind. Kinderen gaan daar bovendien allerlei ideeĂ«n aan verbinden: “zij krijgt veel vaker haar zin omdat ze nog klein is” is bijvoorbeeld een bekende. Of op school: “iedereen vindt hem het lieve jongetje, hij wordt altijd beschermd”. Het gedrag wat dat oproept bij het kind, is om te proberen vaker zijn zin te krijgen. Of toenemend negatief gedrag vanuit de gedachte “Het maakt niet uit wat ik doe, ze moeten mij toch altijd hebben.
Je kunt ook niet altijd een goed oordeel vellen, omdat je er niet altijd bij bent geweest toen de ruzie ontstond. En juist het interpreteren,wat je dan geneigd bent te doen is niet helemaal ongevaarlijk. Daar spelen jouw ideeën en verwachtingen over je kinderen een rol, en dat is niet altijd eerlijk. We hebben als opvoeders allemaal bewust of onbewust bepaalde ideeën over kinderen. Waardoor we gedachtes hebben in de trant van “hij zal wel weer…”, “zij heeft natuurlijk weer…”
Gaan schipperen. Door niet een duidelijk oordeel te vellen, maar wat verzoekjes in te dienen. “Als jij nou eens de step pakt, dan kan hij op het fietsje” bijvoorbeeld. Het risico dat je dan loopt, is dat het kind wat van nature inschikkelijker is vaker toegeeft.
Waar we ons ook weleens op kunnen betrappen is vleien. “Kom, jij bent al zo groot, jij hoeft toch niet meer op dat stepje?” “Kom jij maar als een fijne grote meid mama helpen, dan kan je broertje nog even met het fietsje”.
Wat al deze manieren gemeen hebben is dat ze voorbij gaan aan de behoeften van je kinderen. Ook een groot kind wil soms nog even met speelgoed voor een kleintje spelen. Ook willen ze allebei even belangrijk zijn, even serieus genomen worden.
Bovendien bevorder je zo niet de zelfstandigheid van kinderen. Als jij elke ruzie moet oplossen, leren ze niet hoe ze zelf op een goede manier een ruzie kunnen oplossen. En dat kan wel degelijk, ook met jonge kinderen.
Dat is dus de oplossing: laat de kinderen zelf een oplossing zoeken. In het begin kun je ze daar bij helpen door wat suggesties te doen. Vaak gaan ruzies erover dat twee kinderen hetzelfde willen. Op dezelfde plek zitten, met hetzelfde speelgoed of dezelfde activiteit. Oplossingen kunnen dus liggen in de sfeer van: samen doen of om de beurt. Ook een mooie oplossing: geen van beide mag met dat speelgoed spelen (! ) Dit kan voor kinderen soms een heel eerlijke oplossing zijn. En vergeet dan niet te zeggen: “Ik wed dat jullie ook nog wel een goeie oplossing kunnen verzinnen. Laat eens horen”. Soms is de ruzie al voorbij doordat er samen naar oplossingen wordt gezocht.
Belangrijk is ook om boven tafel te krijgen wat hun behoeftes zijn. Soms, meestal bij oudere kinderen, kan dit een wat dieperliggend iets zijn. Ze zijn bijvoorbeeld jaloers op hun broertje of zusje, omdat die wel een vriendje heeft om mee te spelen en zij even niet. Dan ben jij nodig om dat te kunnen zien. Of daar achter te kunnen komen, door goed te luisteren.
Het conflict is opgelost, zodra er een oplossing is gevonden, die voor allebei goed is. Dat is het enige criterium. Zijn kinderen hier eenmaal mee vertrouwd, dan is het heel vaak voldoende als je zegt ” Ik bewaar dit speelgoed even tot jullie een oplossing hebben gevonden, waar je het allebei mee eens bent”. Als je dit consequent toepast, zul je merken dat kinderen daar heel creatief in kunnen worden en soms ook heel snel een oplossing vinden.
Het voordeel van deze aanpak is dat ruzies doorgaans sneller zijn opgelost. Bovendien is de vaardigheid die kinderen zo ontwikkelen, van onschatbare waarde voor hun sociale ontwikkeling.
Error thrown
Call to undefined function ereg()