Bij opvoeden hoort dat je je kind corrigeert, grenzen aangeeft en leert wat wel en wat niet acceptabel gedrag is in onze maatschappij. Als we dat niet zouden doen, dan krijgen je kinderen daar later problemen door.
Voor sommige ouders is dit moeilijk. Ze willen het liefst aardige ouders zijn. Daardoor wordt er veel door de vingers gezien of zijn opvoeders niet consequent in hun regels. Kinderen zijn daar niet bij gebaat. Duidelijke regels en grenzen geven hen namelijk houvast en veiligheid.
Bovendien leren je kinderen zo dat ze niet alles kunnen doen of krijgen wat ze willen. Ze leren om te gaan met frustraties, met het verwerken van teleurstellingen en het eventueel bedenken van een alternatief. Dat ze daarbij hun frustratie op jou afreageren, moet je als ouder maar even kunnen verdragen (binnen de grenzen van respectvol met elkaar omgaan natuurlijk).
Maar eerlijk is eerlijk, het is ook niet leuk om steeds maar te horen wat je niet goed doet of wat niet mag. Dus hoe pak je dat aan?
Zeg wat je wilt
Een prettige manier om het gedrag van je kind te corrigeren is altijd duidelijk zeggen wat je wilt of verwacht. “Ik wil niet dat je zo schreeuwt. Als je gewoon praat, kan ik naar je luisteren.” Of: ” Geen jam meer, nu is het weer tijd om hartig beleg uit te kiezen.”
Kinderen kunnen in nieuwe situaties niet vanzelf aanvoelen wat er van ze verwacht wordt. Vertel ze dat daarom van tevoren. Als je bijvoorbeeld op bezoek gaat in het ziekenhuis of in een restaurant gaat eten kun je voor je daar heen gaat al vertellen dat het in een ziekenhuis of restaurant rustig is, dat mensen daar zachtjes praten.
Zeggen wat je wilt, bespaart veel gemopper achteraf!
Error thrown
Call to undefined function ereg()