Op de avond van 11 november wordt op veel plaatsen in ons land het Sint Maartensfeest gevierd. Martinus leefde 300 jaar na Christus. Hij was een Romeins soldaat. Op zijn 18e trof hij voor de poorten van Amiens een bedelaar. Martinus schonk de bedelaar de helft van zijn mantel. De nacht erop kreeg hij een visioen waardoor zijn leven veranderde. Het belangrijkste element van dit feest is dan ook het met elkaar delen van je rijkdom.
De kinderen lopen van oudsher met een uitgeholde knol waarin een kaarsje brandt zingend langs de deuren. In de hoop iets lekkers te krijgen dat hen door de donkere tijd heen kan helpen. Maar voor de knol versiert en wel oplicht is er heel wat aan voorafgegaan…
Begin de voorbereidingen voor Sint Maarten al in het voorjaar!
Het feest begint al in het voorjaar, als het zaad voor de rapen de grond in gaat. Voordat het zaad de aarde in gaat moet er gewerkt worden. In het nog prille voorjaar wordt de grond ontdaan van onkruid en los gemaakt. Wanneer het zaaibed klaar is trekken we voren en laten de zaadje er voorzichtig in vallen. Zo’n klein zaadje, dat daar zo’n grote koolraap uit zal groeien…
Het zaaibed is niet alleen een lekker bedje voor de koolraapplantjes maar ook voor allerlei onkruiden. We zoeken naar het onkruid met de langste wortel (kijk mij eens!), het onkruid met de mooiste bloemen (waarom heet dat eigenlijk onkruid) en proberen de rapenplantjes te ontzien (oh, jammer…toch per ongeluk eruit getrokken).
Geheimzinnig: boven de aarde de blaadjes, maar wat gebeurt er onder de aarde eigenlijk? Zou er straks echt een knol aan de bladeren zitten?
Eindelijk is het zover. De dag voor het Sint-Maartensfeest oogsten we de knollen. Hele grote, heel kleine. In sommige hebben de muizen een holletje gegeten. “Die wil ik!” “Nou ik neem deze…” “Deze is pas echt mooi…”
Nu een kapje eraf met een mooie kartelrand; met een meloenbolletjes lepel, een appelboor, mesjes en gewone lepels worden de knolletjes voorzichtig uitgehold. Een dunne wand blijft staan. Met een gutsje snijden we zon, maan en sterren.
De oudere kinderen maken Sint Maarten op zijn paard en de bedelaar. Af en toe kijken we in een donkere ruimte of het al mooi is. Van het vruchtvlees wordt een heerlijke Sint Maartenssoep gekookt.
’s Avonds in het donker loopt een lange rij kinderen, behoedzaam houden ze hun knolletje vast. Het is alsof de zomerzon het knolletje doorstraalt. Zou het lukken om het vlammetje brandende te houden?
Error thrown
Call to undefined function ereg()