Ieder seizoen ruikt anders. Dit beleef je misschien het meest bewust aan het prille begin van de lente. Ineens ruik je de lente, de lente hangt letterlijk in de lucht. Het precies beschrijven van geuren is moeilijk, we hebben niet zo veel woorden voor geuren. Kinderen komen vaak niet verder dan: ‘dat ruikt lekker!’ of ‘ik vind het stinken!’. Als je vaker je neus aan het werk zet dan wordt je hier steeds beter in.
Maak je eigen geurendoosje
Sommige geuren zijn zo lekker, die zou je het liefst in een doosje willen stoppen om te bewaren. Dat is precies wat hierna beschreven staat.
Pak een leeg eierdoosje (met zes vakjes is voldoende). Als je wilt kun je het eierdoosje verven of beplakken zodat het een supermooi doosje wordt. Maar eigenlijk is dat nu niet belangrijk, het gaat om de geuren die erin zitten, niet om hoe het eruit ziet. Neem het eierdoosje mee naar buiten en ga ruiken aan wat je onderweg tegenkomt.
Ruik aan blaadjes, gras, steentjes, takken, stukjes grond, poep als je durft….. Soms ruikt iets direct heel sterk, ruik dan voorzichtig. Je neus is heel gevoelig! Als iets niet meteen een geur afgeeft (bijv. een blaadje of steentje) dan helpt het om er even met je nagel over te krassen en direct daarna de geur op te snuiven. Bijna alles heeft een geur, probeer maar uit.
Als je iets vindt dat heel lekker of bijzonder ruikt dan geef je het een plek in je geurendoosje. Zes lievelingsgeuren mogen mee naar binnen om nog eens opnieuw aan te ruiken. Zijn de geuren na een tijdje verdwenen? Dan is het tijd voor een nieuwe geurenzoektocht.